Electric Fundamentals
  • Introductie
  • Systemen, hoeveelheden en eenheden
    • De elektronica-industrie
    • Introductie van elektronische systemen
    • Soorten schakelingen
    • Wetenschappelijke en technische (engineering) notatie
    • Eenheden en metrische voorvoegsels (prefixen)
    • Gemeten waarden
    • Elektrische veiligheid
    • Waar/niet waar vragen
    • Multiple choice test
    • Oefeningen en vragen
    • Oplossingen
  • Spanning, stroom en weerstand
    • Atomen
    • Elektrische lading
    • Spanning
    • Stroom
    • Weerstand
    • De elektrische schakeling
    • Stroom- en spanningsmetingen in elektrische schakelingen
    • Belangrijke formules
    • Waar / niet waar vragen
    • Multiple choice test
    • Oefeningen
    • Oplossingen
  • Wet van Ohm, energie en vermogen
    • Wet van Ohm
    • Toepassen van de wet van Ohm
    • Energie en vermogen
    • Vermogen in een elektrische schakeling
    • De vermogensgrens van weerstanden
    • Energie-omzetting en spanningsval in een weerstand
    • Voedingen en batterijen
    • Basistechnieken foutzoeken
    • Belangrijke formules
    • Waar / Niet-waar vragen
    • Multiple choice test
    • Zoek de fout in de schakeling
    • Oefeningen
    • Oplossingen
  • Serieschakeling
    • Weerstanden in serie
    • Totale weerstand
    • Stroom in een serieschakeling
    • Toepassingen op de wet van Ohm
    • Spanningsbronnen in serie
    • Spanningswet van Kirchhoff
    • Spanningsdelers
    • Vermogen in een serieschakeling
    • Spanningsmetingen
    • Foutzoeken in een serieschakeling
    • Belangrijke formules
    • Waar / Niet-waar vragen
    • Multiple choice test
    • Oefeningen
    • Oplossingen
  • Parallelschakeling van weerstanden
    • Weerstanden in parallel
    • Vervangingsweerstand van een parallelschakeling
    • De spanning in een parallelschakeling
    • De wet van Ohm toepassen op een parallelschakeling
    • De stroomwet van Kirchhoff
    • Stroomdelers
    • Vermogen in parallelschakelingen
    • Foutzoeken in een parallelschakeling
    • Belangrijke formules
    • Waar / Niet-waar vragen
    • Multiple choice test
    • Oefeningen
    • Oplossingen
  • Gemengde schakelingen
    • Identificeren van serie-parallel relaties
    • Analyse van gemengde schakelingen
    • Spanningsdelers met resistieve belasting
    • De brug van Wheatstone
    • Theorema van Thevenin
    • Het maximaal vermogenoverdrachttheorema
    • Het Theorema van Norton
    • Superpositietheorema
    • Waar / niet waar vragen
    • Multiple choice test
    • Foutzoeken in gemengde schakelingen
    • Oefeningen
    • Oplossingen
  • Wisselstroom en -spanning
    • De sinusoïdale golfvorm
    • De spanning- en stroomwaarden van een sinusgolf
    • Hoekmeting van een sinusgolf
    • De sinusgolfformule
    • Analyse van wisselstroomschakelingen
    • Niet sinusoïdale golfvormen
    • Belangrijke formules
    • Waar / niet waar vragen
    • Multiple choice test
    • Oefeningen
    • Oplossingen
  • Condensatoren
    • Werkingsprincipe van een condensator
    • Serieschakeling van condensatoren
    • Parallelschakelen van condensatoren
    • Het gedrag van condensatoren op gelijkstroom
    • Het gedrag van een condensator op wisselstroom
    • Toepassingen met condensatoren
    • Indeling van condensatoren
    • Belangrijke formules
    • Waar / Niet waar vragen
    • Multiple choice test
    • Foutzoeken
    • Oefeningen
    • Werkingsprincipe van een condensator
    • Oplossingen
  • Spoelen
    • Elektromagnetisme
    • Elektromagnetische inductie
    • Het werkingsprincipe van een spoel
    • Serie- en parallelschakelen van spoelen
    • Het gedrag van een spoel op gelijkstroom
    • Het gedrag van een spoel op wisselstroom
    • Belangrijke formules
    • Waar / Niet waar vragen
    • Multiple choice test
Powered by GitBook
On this page
  • Oplossingen test jezelf vragen
  • Oplossingen waar / niet-waar vragen
  • Oplossingen multiple choice test
  • Oplossingen zoek de fout in de schakeling
  • Oplossingen oefeningen
  1. Wet van Ohm, energie en vermogen

Oplossingen

PreviousOefeningenNextSerieschakeling

Last updated 6 years ago

Oplossingen test jezelf vragen

Sectie 3-1 : Wet van Ohm

  1. De wet van Ohm zegt dat de stroom varieert recht evenredig met de spanning en omgekeerd evenredig met de weerstand. Stroom is gelijk aan de verhouding van spanning op weerstand.

  2. I=URI=\frac{U}{R}I=RU​

  3. U=I×RU=I \times RU=I×R

  4. R=UIR=\frac{U}{I}R=IU​

  5. De stroom zal stijgen, drie keer als de spanning verdrievoudigd

  6. Verdubbelen van de weerstand doet de stroom halveren, de stroom is dan 5 mA

  7. De stroom zal niet veranderen als zowel weerstand als spanning verdubbeld zijn.

Sectie 3-2 : Toepassen van de wet van Ohm

  1. I=10V4,7Ω=2,13AI=\frac{10\mathrm{ }V}{\mathrm{4,7}\mathrm{ }\mathrm{\Omega }}=\mathrm{2,13}\mathrm{ }AI=4,7Ω10V​=2,13A

  2. I=20kV4,7MΩ=4,25mAI=\frac{20 kV}{\mathrm{4,7} M\Omega }=\mathrm{4,25} mAI=4,7MΩ20kV​=4,25mA

  3. I=10kV2kΩ=5AI=\frac{10 kV}{2 k\Omega }=5 AI=2kΩ10kV​=5A

  4. U=1A×10Ω=10VU=1 A \times 10 \Omega =10 VU=1A×10Ω=10V

  5. U=3mA×3kΩU=3 mA \times 3 k\OmegaU=3mA×3kΩ

  6. U=2A×6Ω=12VU=2 A \times 6 \Omega =12 VU=2A×6Ω=12V

  7. R=10V2A=5ΩR=\frac{10 V}{2 A}=5 \OmegaR=2A10V​=5Ω

  8. R=25V50mA=0,5kΩ=500ΩR=\frac{25 V}{50 mA}=\mathrm{0,5} k\Omega =500 \OmegaR=50mA25V​=0,5kΩ=500Ω

Sectie 3-3 : Energie en vermogen

  1. Vermogen is de snelheid waarmee energie verbruikt wordt.

  2. Watt is de eenheid van vermogen. 1 watt is het vermogen wanneer 1 J energie wordt verbruikt in 1 seconde.

  3. (a) 68000 W = 68 kW(b) 0,005 W = 5 mW(c) 0,000025 W = 25 µW

  4. 2000 W = 2 kW

Sectie 3-4 : Vermogen in elektrische schakelingen

Sectie 3-5 : Vermogen in elektrische schakelingen

  1. Twee weerstandsparameters zijn de weerstandswaarde en het maximaal vermogen dat deze weerstand kan dissiperen zonder stuk te gaan.

  2. Een weerstand met fysisch grotere afmetingen kan meer energie dissiperen (en kan dus meer vermogen aan)

  3. De standaard maximale vermogengrenzen voor de standaardreeksen van metaalfilmweerstanden zijn 0,125 W; 0,25 W; 0,5 W en 1 W.

  4. De metaalfilmweerstand moet minstens een vermogengrens van 0,5 W hebben om 0,3 W te kunnen dissiperen. (dus een weerstand uit de standaardreeks van 0,5 W)

Sectie 3-6 : Energie-omzetting en spanningsval in een weerstand

  1. Energie-omzetting in een weerstand wordt veroorzaakt door botsingen van vrije elektronen met de atomen in het weerstandsmateriaal

  2. Spanningsval is het verlagen in spanning over een weerstand door het verlies aan energie

  3. De spanningsval verloopt van negatief naar positief in de richting van de stroom (elektronenzin)

Sectie 3-7 : Voedingen en batterijen

  1. Een vergroting van de stroom betekent dat de belasting groter is geworden.

Sectie 3-8 : Basistechnieken foutzoeken

  1. Analyse, planning en meten

  2. Foutzoeken op basis van het splitsen in de helft houdt in dat de fout wordt opgespoord door stelselmatig de helft van de schakeling te isoleren en na te gaan of de fout zich hier bevindt of in de andere helft van de schakeling.

  3. Spanning wordt gemeten over een component. De stroom wordt gemeten in serie met de component. Hiervoor moet de schakeling opengebroken worden om de ampèremeter in de schakeling te plaatsen.

Oplossingen waar / niet-waar vragen

  1. Waar2. Niet waar3. Waar4. Niet Waar5. Niet waar

  2. Waar7. Niet waar8. Waar9. Niet waar10. Waar

Oplossingen multiple choice test

  1. b2. c3. b4. d5. a

  2. d7. b8. c9. d10. a

  3. C12. D13. C14. A15. c

Oplossingen zoek de fout in de schakeling

  1. b2. c3. a4. b5. c

Oplossingen oefeningen

Sectie 1 : Wet van Ohm

  1. (a) 3A (b) 0.8 A (c) 1,5 A

  2. 15 mA

Sectie 3-2 : Toepassen van de wet van Ohm

  1. (a) 2,5 mA (b ) 2,27 µA (c) 10 mA

  2. (a) 3,33 mA (b) 550 µA (c) 588 µA (d) 500 mA (e) 6,6 mA

  3. I = 0,642 A. Dit betekent dat de 0,5 A zekering zal stukgaan

  4. (a) 10 mV(b) 1,65 V(c) 14,1 kV(d) 3,52 V

  5. 250 mV(f) 750 kV(g) 8,5 kV(h) 3,53 mV

  6. (a) U1 = 88 V(b) U2 = 2,46 V(c) U3 = 67,3 V

  7. (a) 2 k Ω (b) 3,5 k Ω (c) 2 k Ω (d) 100 k Ω (e) 1 MΩ

  8. (a) R1 = 3 k Ω (b ) R2 = 110 M Ω (c) R3 = 41,67 Ω

Sectie 3-3 : Energie en vermogen

  1. P = 2,6 W

  2. P = 417 mW

  3. (a) 1 MW(b) 3 MW(c) 150 MW(d) 8,7 MW

  4. (a) 2 000 000 µW(b) 500 µW(c) 250 µW(d) 6,67 µW

Sectie 3-4 : Vermogen in een elektrische schakeling

  1. 16,5 mW

  2. 1,18 kW

  3. 25 Ω

  4. 5,81 W

  5. 0,00186 kWh

  6. 156 mW

Sectie 3-5 : De vermogengrens van weerstanden

  1. 1 W

Sectie 3-7 : Voedingen en batterijen

  1. 36 Ah

  2. 13,5 mA

  3. 4,25 W

Sectie 3-8 : Geavanceerde oefeningen

  1. 30 V

  2. 216 kWh

  3. 2,5 A

  4. De vermogendissipatie wordt 4 keer zo groot

P=WtP=\frac{W}{t}P=tW​

100W×10uur=1kWh100 W \times 10 uur=1 kWh100W×10uur=1kWh

1kW×24uur×€0,078=€1,871 kW \times 24 uur \times € \mathrm{0,078}=€ \mathrm{1,87}1kW×24uur×€0,078=€1,87

P=U×I=13V×12A=156WP=U \times I=13 V \times 12 A=156 WP=U×I=13V×12A=156W

P=I2×R=(5A)2×47Ω=1175WP={I}^{2} \times R={\left(5 A\right)}^{2}\times 47 \Omega =1175 WP=I2×R=(5A)2×47Ω=1175W

U=P×R=2W×50Ω=10VU= \sqrt{P \times R}= \sqrt{2 W \times 50 \Omega }=10 VU=P×R​=2W×50Ω​=10V

P=U2R=(13,4V)23Ω=60WP=\frac{ {U}^{2}}{R}= \frac{ {\left(\mathrm{13,4} V\right)}^{2}}{3 \Omega }=60 WP=RU2​=3Ω(13,4V)2​=60W

P=U2R=(8V)22,2kΩ=29,1mWP=\frac{ {U}^{2}}{R}= \frac{ {\left(8 V\right)}^{2}}{\mathrm{2,2} k\Omega }=\mathrm{29,1} mWP=RU2​=2,2kΩ(8V)2​=29,1mW

R=PI2=55W(0,5)2=220ΩR=\frac{P}{ {I}^{2}}=\frac{55 W}{ {\left(\mathrm{0,5}\right)}^{2}}=220 \OmegaR=I2P​=(0,5)255W​=220Ω

U=P×R=0,25W×100Ω=5VU= \sqrt{P \times R}= \sqrt{\mathrm{0,25} W \times 100 \Omega }=5 VU=P×R​=0,25W×100Ω​=5V

P=10V×0,5A=5WP=10 V \times \mathrm{0,5} A= 5 WP=10V×0,5A=5W

tijdsduur=100Ah5A=20uurtijdsduur=\frac{100 Ah}{5 A}=20 uurtijdsduur=5A100Ah​=20uur

P=12V×5A=60WP=12 V \times 5 A=60 WP=12V×5A=60W

=0,65W1W×100%=65%=\frac{\mathrm{0,65} W}{1 W}\times 100 \%=65 \%=1W0,65W​×100%=65%

P=Wtinwatt;U=WQ;I=Qt;P=U×I=WQ×Qt=WtP=\frac{W}{t} in watt;U=\frac{W}{Q};I=\frac{Q}{t};P=U \times I= \frac{W}{Q} \times \frac{Q}{t}= \frac{W}{t}P=tW​inwatt;U=QW​;I=tQ​;P=U×I=QW​×tQ​=tW​ => 1V×1A=1W1 V \times 1 A =1 \mathrm{W}\mathrm{ }\mathrm{ }\mathrm{ }\mathrm{ }1V×1A=1W (watt)