Oplossingen
Oplossingen test jezelf vragen
Sectie 3-1 : Wet van Ohm
De wet van Ohm zegt dat de stroom varieert recht evenredig met de spanning en omgekeerd evenredig met de weerstand. Stroom is gelijk aan de verhouding van spanning op weerstand.
De stroom zal stijgen, drie keer als de spanning verdrievoudigd
Verdubbelen van de weerstand doet de stroom halveren, de stroom is dan 5 mA
De stroom zal niet veranderen als zowel weerstand als spanning verdubbeld zijn.
Sectie 3-2 : Toepassen van de wet van Ohm
Sectie 3-3 : Energie en vermogen
Vermogen is de snelheid waarmee energie verbruikt wordt.
Watt is de eenheid van vermogen. 1 watt is het vermogen wanneer 1 J energie wordt verbruikt in 1 seconde.
(a) 68000 W = 68 kW(b) 0,005 W = 5 mW(c) 0,000025 W = 25 µW
2000 W = 2 kW
Sectie 3-4 : Vermogen in elektrische schakelingen
Sectie 3-5 : Vermogen in elektrische schakelingen
Twee weerstandsparameters zijn de weerstandswaarde en het maximaal vermogen dat deze weerstand kan dissiperen zonder stuk te gaan.
Een weerstand met fysisch grotere afmetingen kan meer energie dissiperen (en kan dus meer vermogen aan)
De standaard maximale vermogengrenzen voor de standaardreeksen van metaalfilmweerstanden zijn 0,125 W; 0,25 W; 0,5 W en 1 W.
De metaalfilmweerstand moet minstens een vermogengrens van 0,5 W hebben om 0,3 W te kunnen dissiperen. (dus een weerstand uit de standaardreeks van 0,5 W)
Sectie 3-6 : Energie-omzetting en spanningsval in een weerstand
Energie-omzetting in een weerstand wordt veroorzaakt door botsingen van vrije elektronen met de atomen in het weerstandsmateriaal
Spanningsval is het verlagen in spanning over een weerstand door het verlies aan energie
De spanningsval verloopt van negatief naar positief in de richting van de stroom (elektronenzin)
Sectie 3-7 : Voedingen en batterijen
Een vergroting van de stroom betekent dat de belasting groter is geworden.
Sectie 3-8 : Basistechnieken foutzoeken
Analyse, planning en meten
Foutzoeken op basis van het splitsen in de helft houdt in dat de fout wordt opgespoord door stelselmatig de helft van de schakeling te isoleren en na te gaan of de fout zich hier bevindt of in de andere helft van de schakeling.
Spanning wordt gemeten over een component. De stroom wordt gemeten in serie met de component. Hiervoor moet de schakeling opengebroken worden om de ampèremeter in de schakeling te plaatsen.
Oplossingen waar / niet-waar vragen
Waar2. Niet waar3. Waar4. Niet Waar5. Niet waar
Waar7. Niet waar8. Waar9. Niet waar10. Waar
Oplossingen multiple choice test
b2. c3. b4. d5. a
d7. b8. c9. d10. a
C12. D13. C14. A15. c
Oplossingen zoek de fout in de schakeling
b2. c3. a4. b5. c
Oplossingen oefeningen
Sectie 1 : Wet van Ohm
(a) 3A (b) 0.8 A (c) 1,5 A
15 mA
Sectie 3-2 : Toepassen van de wet van Ohm
(a) 2,5 mA (b ) 2,27 µA (c) 10 mA
(a) 3,33 mA (b) 550 µA (c) 588 µA (d) 500 mA (e) 6,6 mA
I = 0,642 A. Dit betekent dat de 0,5 A zekering zal stukgaan
(a) 10 mV(b) 1,65 V(c) 14,1 kV(d) 3,52 V
250 mV(f) 750 kV(g) 8,5 kV(h) 3,53 mV
(a) U1 = 88 V(b) U2 = 2,46 V(c) U3 = 67,3 V
(a) 2 k Ω (b) 3,5 k Ω (c) 2 k Ω (d) 100 k Ω (e) 1 MΩ
(a) R1 = 3 k Ω (b ) R2 = 110 M Ω (c) R3 = 41,67 Ω
Sectie 3-3 : Energie en vermogen
P = 2,6 W
P = 417 mW
(a) 1 MW(b) 3 MW(c) 150 MW(d) 8,7 MW
(a) 2 000 000 µW(b) 500 µW(c) 250 µW(d) 6,67 µW
=> (watt)
Sectie 3-4 : Vermogen in een elektrische schakeling
16,5 mW
1,18 kW
25 Ω
5,81 W
0,00186 kWh
156 mW
Sectie 3-5 : De vermogengrens van weerstanden
1 W
Sectie 3-7 : Voedingen en batterijen
36 Ah
13,5 mA
4,25 W
Sectie 3-8 : Geavanceerde oefeningen
30 V
216 kWh
2,5 A
De vermogendissipatie wordt 4 keer zo groot
Last updated