Multiple choice test
In een parallelschakeling heeft iedere weerstand :
Dezelfde stroom
Dezelfde spanning
Hetzelfde vermogen
Alles dat hierboven is vermeld
Als een weerstand van \[ \mathrm{1,2}\text{ }k\Omega \] in parallel wordt geschakeld met een weerstand van \[ 100\text{ }\Omega \] is de totale vervangingsweerstand:
Groter dan
Groter dan maar kleiner dan
Kleiner dan maar groter dan
Kleiner dan
Een parallelschakeling bestaat uit een , en . De totale weerstand van deze parallelschakeling is ongeveer:
Er worden 8 weerstanden in parallel geschakeld. De twee kleinste weerstanden zijn beide . De totale weerstand van de parallelschakeling:
Kan niet bepaald worden met deze gegevens
Is groter dan
Is kleiner dan
Is kleiner dan
Als een bijkomende weerstand mee in parallel geschakeld wordt zal de totale weerstand van deze parallelschakeling:
Dalen
Stijgen
Blijft hetzelfde
Stijgt met de waarde van de toegevoegde weerstand
Als één van de weerstanden uit een parallelschakeling wordt verwijderd zal de totale weerstand van deze parallelschakeling :
Dalen met de waarde van de verwijderde weerstand
Hetzelfde blijven
Stijgen
Verdubbelen
Aan een bepaald knooppunt komen twee stroompaden toe. De stromen die hierin vloeien zijn en . De totale stroom die van het knooppunt wegvloeit is gelijk aan :
\[ 2\text{ }A\]
Kan men niet weten met deze gegevens
\[ 8\text{ }A\]
Groter dan de twee toekomende stromen
Volgende weerstanden worden in parallel geschakeld over een spanningsbron: \[ 390\text{ }\Omega ,\text{ }560\text{ }\Omega \] en \[ 820\text{ }\Omega \] . De weerstand waardoor de kleinste stroom vloeit is :
\[ 390\text{ }\Omega \]
\[ 560\text{ }\Omega \]
\[ 820\text{ }\Omega \]
Het is niet mogelijk dit te bepalen met de opgegeven gegevens
Een plotselinge daling van de stroom naar een parallelschakeling toe kan een indicatie zijn dat :
Een weerstand in de parallelschakeling stuk is of open is
Een spanningsdaling van de bronspanning
Zowel (a) als (b)
De parallelschakeling is kortgesloten
Een parallelschakeling bestaat uit 4 takken. Door iedere tak vloeit een stroom van . Wanneer één van deze takken onderbroken wordt is de totale stroom door deze parallelschakeling gelijk aan:
Een parallelschakeling bestaat uit drie takken. Door stroomt , door stroomt en door . De totale stroom wordt opgemeten en bedraagt . Hieruit kan je concluderen dat:
stuk is
stuk is
stuk is
Het systeem werkt correct
Door een parallelschakeling met drie takken vloeit een totale stroom gelijk aan . De stroom door de eerste en de derde tak is respectievelijk en . De stroom door de tweede tak is gelijk aan:
Een parallelschakeling op een PCB bestaat uit vijf weerstanden. Er blijkt een volledige kortsluiting zich te ontwikkelen over één van deze weerstanden. Het meest logische resultaat hiervan is dat:
De kleinste weerstand in de parallelschakeling zal doorbranden
Een of meer weerstanden in de parallelschakeling zullen doorbranden
De zekering in de spanningsbron gaat stuk
De weerstandswaarden zullen veranderen
De vermogendissipatie in ieder van de vier paralleltakken van een parallelschakeling is gelijk aan . De totale vermogendissipatie is gelijk aan:
1 mW
4 mW
0.25 mW
16 mW
Last updated