Oefeningen

Identificeren van serie-parallel relaties

  1. Identificeer de serie- en parallelrelaties gezien vanaf de aansluitklemmen van de spanningsbron in figuur 6-57.

Figuur 6-57

  1. Visualiseer en teken de volgende combinatie van serie- en parallelschakelingen: een serieschakeling bestaande uit een parallelcombinatie van twee takken die elk twee weerstanden in serie bevatten, en een parallelcombinatie van twee takken die elk één weerstand bevatten.

Analyse van gemengde schakelingen

  1. Een bepaalde schakeling bestaat uit twee weerstanden in parallel. Een van deze weerstanden heeft een weerstandswaarde van 1kΩ1 k\Omega . Als de totale weerstand van de parallelschakeling gelijk is aan 667Ω667 \Omega , bepaal dan de weerstandswaarde van de andere weerstand.

  2. Bepaal de totale weerstand van de schakeling in figuur 6-58.

Figuur 6-58

  1. Bepaal de stroom door iedere weerstand van figuur 6-59. Bepaal ook de spanningsval over iedere weerstand van deze schakeling.

Figuur 6-59

Spanningsdelers met resistieve belasting

  1. Een spanningsdeler bestaat uit een serieschakeling van twee weerstanden van 56kΩ56 k\Omega . Bepaal de onbelaste uitgangsspanning over één van de 56kΩ56 k\Omega weerstanden. Welke uitgangsspanning wordt er bekomen als over deze 56kΩ56 k\Omega -weerstand een belastingsweerstand van 1MΩ1 M\Omega wordt aangesloten?

  2. Een 12V12 V batterij wordt gebruikt als bron voor een spanningsdeler. De spanningsdeler bestaat uit een serieschakeling van drie 3,3kΩ\mathrm{3,3} k\Omega weerstanden. Deze weerstanden worden gebruikt om twee uitgangen te creëren waarbij steeds één uitgang belast wordt met 10kΩ10 k\Omega . De eerste uitgang wordt afgetakt over de onderste weerstand en de twee uitgang over de twee onderste weerstanden van de schakeling. Bepaal de uitgangsspanning in beide gevallen.

  3. Over welke van de onderstaande weerstanden zal een voltmeter met inwendige weerstand gelijk aan 10MΩ10 M\Omega zich voordoen als minimale belasting op de schakeling?

  4. 100kΩ100 k\Omega

  5. 1,2MΩ\mathrm{1,2} M\Omega

  6. 22kΩ22 k\Omega

  7. 8,2 M Ω

De brug van Wheatstone

  1. Een onbekende weerstand is aangesloten op een Wheatstonebrug. De brug wordt aangesloten op een spanningsbron met 10V10 V spanning. De brug is opgebouwd uit twee spanningsdelers aan de linkerzijde de onbekende weerstand (bovenaan) in serie met een regelweerstand die op 18kΩ18 k\Omega is afgeregeld. Aan de rechterzijde een weerstand van

200Ω200 \Omega bovenaan en een weerstand van 10kΩ10 k\Omega onderaan. Bepaal de onbekende weerstandswaarde.

  1. Bepaal de onbekende weerstand Rx{R}_{x} in de Wheatstonebrug van figuur 6-60.

Figuur 6-60

Figuur 6-61

  1. In de ongebalanceerde brug van figuur 6-61 wordt een spanning van +4V+4 V gemeten voor de spanning UAB{U}_{AB} . Bepaal de onbekende weerstandswaarde in de brug.

Theorema van Thevenin

  1. Bepaal de spanning en stroom door RL{R}_{L} in de schakeling van figuur 6-62.

  2. Bepaal UTH{U}_{TH} en RTH{R}_{TH} tussen de punten AA en BB van de schakeling in figuur 6-63.

Figuur 6-62

Figuur 6-63

Het maximaal vermogenoverdrachttheorema

  1. Een bepaald Thevenin equivalent schema heeft een UTH=5,5V{U}_{TH}=\mathrm{5,5} V en een RTH=75Ω.{R}_{TH}=75\Omega . Welke belasting RL{R}_{L} moet hierop aangesloten worden om maximaal vermogenoverdracht te bekomen?

  2. Bepaal de weerstandswaarde van RL{R}_{L} in de schakeling van figuur 6-64 opdat maximaal vermogenoverdracht wordt bekomen.

Fig. 6-64

Het theorema van Norton

  1. Vervang de schakeling in figuur 6.64 door zijn Norton equivalent schema, gezien vanaf RL{R}_{L} .

Superpositietheorema

  1. Bereken de stroom door weerstand R5{R}_{5} via superpositie in de schakeling van figuur 6-65.

Fig. 6-65

Last updated