Waar / Niet-waar vragen

        1. Om de totale geleiding van weerstanden in parallel te vinden kan je de geleiding van elk van de weerstanden optellen.

        2. De totale weerstand van een parallelschakeling is steeds kleiner dan de kleinste weerstand in de parallelschakeling.

        3. De product over som formule kan je voor éénder welke parallelschakeling toepassen.

        4. In een parallelschakeling is de spanning het grootst over de grootste weerstand en het kleinst over de kleinste weerstand.

        5. Als een nieuwe tak (stroompad) wordt toegevoegd aan de parallelschakeling gaat de totale weerstand in de parallelschakeling stijgen.

        6. Als een nieuwe tak (stroompad) is toegevoegd aan een parallelschakeling stijgt de totale stroom door deze parallelschakeling.

        7. De totale stroom die in een knooppunt gaat is steeds gelijk aan de totale stroom die uit dat knooppunt gaat.

        8. In de stroomdelerformule Ix= = (RT/Rx)IT is het resultaat van de deling die tussen de haakjes staat nooit groter dan 1.

        9. Als twee weerstanden in parallel staan heeft de kleinste weerstand de grootste vermogendissipatie.

        10. Het totale vermogen dat is gedissipeerd in een parallelschakeling is groter dan het vermogen geleverd door de spanningsbron.

Last updated