Oefeningen en vragen

Sectie 1-1 De elektronica-industrie

    1. Als een technicus een idee heeft om een bepaalde schakeling te verbeteren, welke stappen moeten dan ondernomen worden vooraleer de verandering(en) worden geïmplementeerd?

    2. Geef de belangrijkste reden waarom het werk van elektronici is verschoven van het foutzoeken en herstellen op componentniveau naar een aanpak op systeemniveau.

Sectie 1-2 Introductie van elektronische schakelingen

    1. Noem twee voordelen om een analoog signaal om te vormen tot een digitaal signaal

Sectie 1-3 Soorten schakelingen

    1. (a) Wat is een oscillator? (b) Wat is het verschil tussen een oscillator en de meeste andere schakelingen?

    2. Wat is een draaggolf?

Sectie 1-4 Wetenschappelijke en technische notatie

    1. Druk ieder van de volgende getallen uit in wetenschappelijke notatie

      1. 3000 (b) 75000 (c) 2000000

    2. Druk ieder van de volgende getallen uit in wetenschappelijke notatie

      1. 8400(b) 99000 (c) 0.2 x 10 6

    3. Druk ieder van volgende getallen uit als een normaal decimaal getal

      1. 2,5 x 10 -6 (b) 5,0 x 10 2 (c) 3,9 x 10 -1

    4. Tel de volgende getallen met elkaar op

      1. 9,2 x 10 6 + 3,4 x 10 7

      2. 5 x 10 3 + 8,5 x 10 -1

      3. 5,6 x 10 -8 + 4,5 x 10 -9

    5. Voer volgende vermenigvuldigingen uit

      1. (5 x 10 3 )(4 x 10 5 )

      2. (1,2 x 10 12 )(3 x 10 2 )

      3. (2,2 x 10 -9 )(7 x 10 -6 )

    6. Druk ieder getal uit in technische notatie (engineering notatie)

      1. 89000(b) 450 000(c) 12 040 000 000 000

    7. Druk ieder getal uit in technische notatie (engineering notatie)

      1. 0,000345(b) 0,025(c) 0,00000000129

    8. Tel volgende getallen op en druk ze uit in de technische notatie (engineering notatie)

      1. 2,5 x 10 -3 + 4,6 x 10 -3

      2. 68 x 10 6 + 33 x 10 6

      3. 1,25 x 10 6 + 250 x 10 3

    9. Voer volgende delingen uit en druk het resultaat uit in de technische notatie (engineering notatie)

      1. 50 / (2,2 x 10 3 )

      2. (5 x 10 3 ) / (25 x 10 -6 )

      3. (560 x 10 3 ) / (660 x 10 3 )

Sectie 1-5 Eenheden en metrische voorzetsels

    1. Druk ieder getal uit door gebruik te maken van een metrische prefix

      1. 0,000345 A(b) 0,025 A(c) 0,00000000129 A

    2. Druk onderstaande hoeveelheden uit met een geschikt prefix

      1. 3 x 10 -6 F(b) 3,3 x 10 6 Ω(c) 350 x 10 -9 A

Sectie 1-6 Gemeten waarden

    1. Voer onderstaande conversies uit

      1. 5mA naar microampères

      2. 3200 µW naar milliwatts

      3. 5000 kV naar megavolts

      4. 10 MW naar kilowatts

    2. Voer onderstaande bewerkingen uit

      1. 50 mA + 680 µA

      2. 120 k Ω + 2 ,2 M Ω

      3. 0,02 µF + 3300 pF

    3. Hoeveel beduidende cijfers zitten er in onderstaande getallen?

      1. 1,00 x 10 3 (b) 0,0057(c) 1502,0

(d) 0,000036(e) 0,105(f) 2,6 x 10 2

Last updated