Multiple choice test

    1. Een PLC is een

      1. Printed logic circuit

      2. Power limitting circuit

      3. Programmable logic controller

      4. Piek limit controller

    2. De grens van een systeem maakt een afscheiding tussen

      1. De ingangen van de uitgangen

      2. Het systeem van zijn omgeving

      3. Enkel de ingangen van de omgeving

      4. Enkel de uitgangen van de omgeving

    3. Voor een systeem is een blokdiagram een grafisch hulpmiddel om het volgende te illustreren :

      1. De functies en de signaal flow

      2. Details van het systeem

      3. Power supplies (voedingen)

      4. Logische processen

    4. De transfertkarakterisitiek is steeds

      1. Een rechte lijn

      2. De verhouding van uitgang op ingang

      3. Dimensieloos

      4. Al hetgeen hierboven is vermeld

    5. Een actieve component

      1. Is een component die zichzelf van vermogen voorziet

      2. Voorziet vermogen aan andere componenten

      3. Heeft geen uitgang

      4. Kan het signaalvermogen vergroten (versterken)

    6. Een voorbeeld van een AC-bron is een

      1. Batterij

      2. Alternator

      3. Zonnecel

      4. brandstofcel

    7. De hoeveelheid 2,3 x 10 3 is hetzelfde als

      1. 230

      2. 2300

      3. 23000

      4. 0,0023

    8. De hoeveelheid 82 x 10 -3 is hetzelfde als

      1. 0,082

      2. 0,820

      3. 820

      4. 82000

    9. Het getal 6 600 000 wordt in de technische (engineering) notatie geschreven als

      1. 6600 x 10 3

      2. 6,6 x 10 -6

      3. 6,6 x 10 6

      4. Zowel a. als c.

    1. 68 milliampère kan weergegeven worden als

      1. 68 MA

      2. 68 µA

      3. 68 kA

      4. 68 mA

    2. Vijfduizend volt kan geschreven worden als

      1. 5000 V

      2. 5 MV

      3. 5 kV

      4. Zowel a. als c.

    3. Dertig miljoen ohm kan geschreven worden als

      1. 30 mΩ

      2. 30 MW

      3. 30 MΩ

      4. 30 µA

    4. 15000 W is hetzelfde als

      1. 15 mW

      2. 15 kW

      3. 15 MW

      4. 15 µW

    5. Welke onderstaande grootheid is geen elektrische grootheid

      1. Stroom

      2. Spanning

      3. Tijd

      4. Vermogen

    1. De eenheid van stroom is

      1. Volttijd

      2. Watt

      3. Ampère

      4. Joule

    2. De eenheid van spanning is

      1. Ohm

      2. Watt

      3. Volt

      4. Farad

    3. De eenheid van weerstand is

      1. Ampère

      2. Henry

      3. Hertz

      4. Ohm

    4. Hertz is de eenheid van

      1. Vermogen

      2. Inductantie

      3. Frequentie

      4. Tijd

    5. Het aantal beduidende cijfers in het getal 0.2040 is

      1. 2

      2. 3

      3. 4

      4. 5

Last updated